Multidisciplinaire aanpak bij Chronische Nierinsufficiëntie (CNI)
Doelstelling programma
Het doel van dit MFO-programma is:
1. Optimaliseren van het medicatie management met focus op hoog risico geneesmiddelen en hoog risico patiënten voor CNI
2. Implementeren van een systematisch overleg tussen arts en apotheker bij élke CNI-patiënt (al dan niet binnen een ZT-CNI)
Specifieke leerdoelen:
-
Kennis van de actuele aanbevelingen (zowel geneesmiddelen als niet geneesmiddelen)
-
Inzicht in de uitdagingen bij de medicatiebewaking
-
Kennis van hoog risico geneesmiddelen
-
Zicht op de risicopatiënten binnen zijn patiëntenpopulatie (patiënten met een verminderde
nierfunctie enerzijds, patiënten met hoog risico medicatie anderzijds) -
Definiëren/selecteren van de doelpopulatie vanuit het elektronisch medisch dossier (EMD) of
de apotheeksoftware -
Bekwaam tot systematisch multidisciplinair overleg bij elke CNI-patiënt
Voorbereiding
Het MFO wordt best voorbereid door een lokale huisarts en huisapotheker, die samen de doelstellingen bepalen en het programma afstemmen op de noden en verwachtingen van de lokale groep. Er zijn immers verschillende modules beschikbaar waarmee je het MFO modulair kan samenstellen. Deze zijn echter zodanig opgebouwd (casuïstiek met theorie) dat er geen specifieke voorkennis voor de deelnemers vereist is. We raden echter wel aan dat de moderator een voorbereidende opleiding (Train-the-trainer) heeft gevolgd. Voor de praktische organisatie en ondersteuning verwijzen we u graag verder naar deze pagina.
​
U kan hier het draaiboek raadplegen.
​
​Beschikbare modules
​
1. Kennisoverdracht
Deze module kan u gebruiken wanneer u van mening bent dat de beschikbare kennis niet meer op peil is, of wanneer u beslist om in een notendop de beschikbare kennis bij artsen en apothekers op elkaar af te stemmen.
​
2. Casuïstiek
Deze module heeft als doel een interactieve discussie in kleine groepjes op gang te brengen. De casussen focussen op het goed gebruik van geneesmiddelen bij CNI, en vertrekken vanuit een risicopatiënt (met CNI), dan wel vanuit risico-medicatie. Daarnaast kan U aan de deelnemers vragen om casussen uit eigen praktijk mee te brengen. Bij voorkeur op voorhand aan te leveren aan de moderatoren, zodat deze zich kunnen voorbereiden.
​
3. Gegevensuitwisseling
Deze module poneert een aantal stellingen over het uitwisselen van informatie over de indicatie voor een geneesmiddel en over een afwijkende nierfunctie. Voor een goede patiëntenzorg is het onontbeerlijk dat de hulpverlener kan beschikken over noodzakelijke informatie. In de praktijk blijken zowel de arts als de apotheker onvoldoende op de hoogte te zijn. In deze module geven we een aanzet om de barrières aan te kaarten en naar oplossingen te zoeken.
​
4. Selecteren doelpubliek
Voor een optimale medicatiebewaking bij CNI dienen huisartsen en apothekers de doelpopulatie van hun patiëntenpopulatie te kennen. Dat betreft enerzijds de patiënten met een verminderde nierfunctie, en de graad ervan, anderzijds de hoog risico-medicatie in geval van gedaalde nierfunctie. In deze module belichten we de werkwijze om de doelpopulatie te selecteren in elke individuele praktijk, en elke individuele officina. Vervolgens is het nuttig dat deze lijsten uitgewisseld worden, en op elkaar afgestemd, zodat beide zorgverleners weten bij welke patiënten extra aandacht vereist is.
​
5. Medication review
Het ultieme doel van het MFO rond geneesmiddelen bij CNI is te komen tot een systematisch medicatie-overleg arts-apotheker bij elke CNI-patiënt. Als bekend is wie de risicopatiënten zijn kunnen arts en apotheker afspreken om met regelmaat (bv één maal per jaar, bij scharniermomenten als ontslag uit het ziekenhuis of verhuis naar een WZC, bij aanpassing van medicatie door derden (cardioloog, nefroloog, endocrinoloog, geriater …) samen te zitten, en het medicatieschema van de individuele patiënt onder de loep te nemen.
​
Download de materialen
Na het MFO
Op het einde van het MFO dienen er nog een aantal zaken te worden besproken tussen de deelnemers:
-
Welke afspraken worden er gemaakt om het risico in te perken
-
Opmaak van het verslag en opsturen naar het RIZIV
-
Invullen van een evaluatieformulier (wordt elektronisch verstuurd)
​
Wil je nog een stapje verder gaan? Dan kan je een 'kwaliteit bevorderend traject' opzetten, door een of meerdere 'indicatoren' te selecteren. Zo kan je na een bepaalde periode nagaan in welke mate het MFO zinvol was.
​
Lees hier hoe je dit kan doen!
​
Accreditatie
Voor artsen:
Contacteer Gert Merckx (gert.merckx@domusmedica.be)
Voor apothekers:
Dit MFO werd goedgekeurd voor officina-apothekers voor het jaar 2018 onder de nummer 18000050007. We kunnen dit voor u automatisch in orde brengen via Pharfolio, maar dan dient u ons het juiste .CSV-bestand aan te leveren. U kan hiervoor terecht bij uw lokale beroepsvereniging.
Moderatoren
Het programma is zo opgebouwd dat u zelf in staat moet zijn om het overleg te leiden, mits voldoende achtergrond over deze geneesmiddelen en de bijhorende problematiek. Daarom organiseren we tweemaal per jaar een Train-the-Trainer.
​
U kan echter beroep doen op een getrainde moderator, die thuis is in de materie en die we kunnen aanbevelen. U kan hiervoor een extra financiering tot € 500 aanvragen bij het RIZIV.
Interesse?
Contacteer Dhr. Gert Merckx (Domus Medica)
Referenties
1. Richtlijn voor goede medische praktijkvoering: Chronische Nierinsufficientie. Uitgave Domus Medica, 2012.
2. Chronische Nierschade: aandachtspunten voor clinici. Uitgave KULeuven, 2010
3. Nierinsufficientie: de rol van de officina-apotheker. Uitgave KAVA, 2016
4. Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Chronische Nierschade. Uitgave Huisarts en Wetenschap, 2009
5. Beleid bij chronische nierinsufficientie. Uitgave Nefrologen ZNA, 200
6. Consensusvergadering RIZIV: het rationeel gebruik van geneesmiddelen bij nierinsufficientie. Uitgave RIZIV, 2004
​